Bij elke schrijfopdracht is het weer afwachten wat voor verhalen er naar boven komen bij alle schrijvers. Elke keer opnieuw ben ik verrast hoe mensen in zo’n korte tijd een mooi verhaal kunnen neerzetten. Het een persoonlijk, het ander absurd. Soms met een lach en soms met een traan. Of het nou mensen zijn die voor het eerst schrijven of niet, het blijft magisch wat fantasie naar boven brengt. Om te laten zien wat voor verhalen er zoal ontstaan vind je regelmatig verhalen van deelnemers terug op deze website.
Schrijfopdracht
Tijdens de schrijfcursus ‘Creatief schrijven’, vroeg ik deelnemers een dierbaar item uit hun tas te halen om vervolgens vanuit het perspectief van dit item de band die ze met elkaar hebben te beschrijven. Dit levert altijd ontzettend mooie en vaak zelfs ontroerende verhalen op. Hieronder het verhaal van een zakmes, over de band die hij heeft met zijn eigenaresse Fleur.
Het zakmes
Auteur: Fleur Feij
Ik ben Fleur al jarenlang trouw, maar eigenlijk had ze eerst een ander. Een houtkleurige variant, met een scherpe punt. Die van mij is bot. Op die vorige stond “Fleur de Roversdochter”. Erin gebrand, met zo’n gloeiend hete pen geschreven. De letters zwartgeblakerd en die onverslijtbare woorden deden haar altijd terugverlangen naar het bos. Met de leukste kinderen, de stoerste rovers en een zelfgebouwde tribune speelden zij wekenlang een theaterversie van het wereldberoemde boek van Astrid Lindgren, Ronja de Roversdochter. Zes weken in Amersfoort en twee zomers later, zes weken in Brussel.
Die scherpe punt dus. Die brak af toen haar ex het al te gehaast ergens tussen wrong. Om iets open te breken. Het mislukte. Alleen de punt brak af. En toen ging ze op zoek naar vervanging. Zo simpel ging het. Ze vond mij. De ‘veilige variant’, met de botte punt. Ze schilt appeltjes met me. Haar favoriete tussendoortje. Ik word er altijd een beetje plakkerig van. Het sap van de appel loopt langs mijn lemmet naar beneden. Dan pakt ze gauw een doekje en veegt me droog. Om mij snel weer in haar tas te verstoppen. Misschien schaamt ze zich een beetje voor mij. Voor mijn uitbundige kleur. Omdat mensen me niet zien aankomen. Mij een beetje eng vinden. Want wat als ze zich… op een dag… niet kan beheersen. En die appel uit haar hand laat glijden en mij ineens stevig beetpakt. Je indringend aankijkt. Op je afkomt. Haar arm langzaam optilt. Niet een keer knippert met haar ogen. Wat zou je doen?